zondag 13 januari 2013

Je Blonde Haren


Net niet zo heet als Venus
Niet te koud voor een foetus
Balans door de Maan
Je atmosfeer geeft een zachte kus

Je bedje gespreid
Alles perfect voorbereid
Kom bij ons wonen, mensenkind!
De sterren, wereldwijd

Je lach stuwt de zeven zeeën uit elkaar
De zon verbleekt door jouw engelenhaar
Wat een prachtig complex leven!
Het einde is jouw beginjaar

Want wat klopt is mooi
Klaar om zich te vermeerderen
Wat stopt is ongehoord
 De baarmoeder doorboord


De zon schijnt als in haar jubeljaar
Nu pas, zie ik waarlijk scherp
Zelfs het jouwe, blijkt mensenhaar






Mooie Baas



woensdag 9 januari 2013

Waar Wij Zijn


We zijn bang.
Daarom gaan we drinken, dansen, reizen, praten, seksen, sporten, eten.
Gehaast.
Voor 'als we er straks niet meer zijn'.
Want, 'stel je voor dat dit je laatste dag is'.
Leuk, gezellig samenzijn uit een soort vage angst dat het binnenkort over 'zou kunnen zijn'.

Maar die angst is niet reëel.
Want zolang wij er zijn, is de dood er niet.
En wanneer de dood er dan eindelijk is, dan zijn wij er niet meer.

Zolang wij er zijn kunnen we onbevangen en rustig doen waar we goed in zijn.
Natuurlijk komt daar ooit een einde aan. Maar als het eenmaal zo ver is val je langzaam uit elkaar.
Zoals elke moleculaire eenheid. Daar merk je niets van.

Dood en leven zijn water en vuur. Niet te mengen. Het een volgt altijd op het andere.
Waar de dood is, is het leven al niet meer. En waar leven is, daar is de dood niet.
Gescheiden domeinen. Natiestaten die elkaar nooit kunnen binnenvallen.

Wij zitten altijd goed.
Want hier hebben we elkaar.
En daar hebben we Rob.

Gefilosofeer op de vierkante centimeter


Die Rob van ons, waar is ie nu?
Belangrijke vraag, blijkbaar. Ik heb hem nog wel eens langs horen komen.
Het antwoord is altijd speculatie. Want waarover we niets kunnen zeggen, kunnen we maar beter zwijgen.
Of toegeven dat het inderdaad speculatie is.

Als we dan toch gaan speculeren, heb ik een voorkeur voor pragmatisch speculeren.
Dat wil zeggen: iets bedenken waar ik iets aan heb.
Zie hier de begrippen die een passende bescheidenheid aangeven: speculeren en bedenken.

De vraag naar het waar van Rob's wezen is een hele aardse.
Wij denken in termen van tijd en ruimte.
Als Rob al denkt, dan waarschijnlijk niet in die termen.
Als hij al 'is', dan waarschijnlijk niet op een locatie.
Want dan zouden we hem kunnen vinden. Dat zou te gemakkelijk zijn.
Als hij al 'is', dan waarschijnlijk niet in de tijd.
Hij is juist buiten de tijd. Voor altijd 21 jaar oud.
Op deze wereld is ons denken gevangen in termen van tijd en ruimte.
Rob is niet meer gevangen.
Niet door tijd. Niet door ruimte. Niet door lichamelijkheid.

Het wezen van Rob is niet zijn gestalte.
Dat wat we misten, toen hij daar zo koud en stil lag, dat is wat hij was.
Die beweging, die warmte; dat leven.
Als Rob geen lichaam meer is, 'is' hij dan nog wel?
Daar gaan we weer! Wat wij zijn plakken op hoe het zou moeten zijn.
Lichamelijkheid is een vorm van zijn. Maar vast niet de enige.
Er is vast nog een hogere, of een lagere vorm van zijn.

Denk bijvoorbeeld eens aan Rob. Nu. In je hoofd.
Daar is hij!
Daar IS hij. Prachtig.
We zijn Rob niet kwijt zolang deze blog in de lucht is.
Zolang zijn pasfoto aan mijn beeldscherm hangt. Zolang zijn initialen op mijn borst staan.
Want als we hem denken, terughalen in onze gedachten door herinnering. Dan bestaat hij daar.
We missen het, dat hij niet meer in ons huis is. In onze tijd. We missen zijn lichaam.

Zo is Rob nog bij mij. Zolang ik leef. En wanneer ik sterf, sterft hij nog een beetje. Samen.

Sterven doe je niet ineens.
Dat doe je steeds een beetje
En elke keer dat je sterft
Het is gek, maar dat vergeet je.