maandag 22 juli 2013

Wereldreis

Ik werd onrustig
Reisde ver
Trein, taxi, boot en het vliegtuig
Ze brachten me waar ik wilde zijn

De brede lach van een arme Afrikaan
Suriname gaf me warmte
Messcherpe humor in Amerika, wat heb ik gelachen
De weidsheid van Canada gaf me rust

Ik jaagde mezelf voort
Alles zien, beleven
Met een grote tas op mijn rug
De hete stad door stappen

En al die tijd geen stap dichterbij jou

Ook Een Verhaal

Levens maken verhalen.
Verhalen verweven zich met elkaar.
Grootse of donkere narratieven.

De Roemeense moeder die al haar zoons verloor aan de optrekkende nazi's.
En haar man aan de terugtrekkende nazi's.

De jonge Oost-Duitse, die haar verloofde nooit meer heeft teruggevonden.
Aan de andere kant van de muur.

De Vietnamese boer die overgeleverd was aan de willekeur van kwade Amerikanen.
Die van boven toeslaan.

De trotse Turk die niet wist dat zijn neef doodgeslagen zou worden.
Slechts om zijn geaardheid.

Rampjaren stapelen zich al jaren op.
Slechte dagen rijgen zich als kettingen aaneen.
Afschrikwekkende momenten zijn er elk moment.
Afschuwwekkende beelden staan op elk netvlies.

Mijn moment kwam natuurlijk ook
Het beeld van de ijzingwekkende lentedag staat me nog scherp voor ogen.
De ergste dag.
Mijn rampjaar.

De Hollandse student die dacht dat hij zijn leven goed voor mekaar had.
Tot zijn broertje plots wegviel.

maandag 15 juli 2013

Fragility

Ik kijk je voorzichtig aan
Je hebt een stuurse blik
Je vergeelt langzaam
Nu begrijp ik fragiliteit

Fragiel is de mens
En flexibel, ze herpakt zich
Gestorven is de wens
Om je eeuwig te bewaren

Want eeuwig is heel lang
Langer dan ik
Je vangt me als een boemerang
Ik ben brokkelig als de dagen

Ze brokkelen zich tot je erfenis
Ik heb nog voor je gezongen
Dat ik je zou volgen in de duisternis
Breekbaar zijn herinneringen
Zijn lachen

Levenslied

Nieuwsgierige mensen die mijn hart kunnen zien
Vragen wat er staat geschreven
Zijn letters doorkruisen mijn hart
Ze kloppen, ademen en zweten mee

Iedere keer zeggen ze
Roepen ze, of fluisteren ze
Je roepnaam, je namen
Je bent niemand

Steeds opnieuw word je
Leef je op
Kom je ter sprake
Levend of als een gesproken verhaal

De zinnen kronkelden
Maar worden nu steeds simpeler
Geen gedicht wat je raakt
Een verouderd fragment

Herhaald zich als een stroboscoop
Schudt haar stof af
Vertelt van broederliefde, van roekeloosheid
Herhaald beelden van vroeger, van onschuld

Herhaald blikken, zonder blozen
Woorden, die je nooit hebt kunnen zeggen
Ja, ik blijf voor altijd bij je
Ik draag haar op aan U, mijn God

Mijn getuige, zonder te zien
Stomme letters
Doodse stilte
Levenslied