woensdag 3 oktober 2012

Een jongen nog

"Het was eigenlijk nog gewoon mijn jongen", zei mijn moeder terwijl ik naar haar hand greep. Tranen stroomden in slierten over de voorruit maar werden snel weggewist. De halfvolheid van zijn geurtje, de kleren op zijn bed, de shag in zijn binnenzak. Ze getuigen allen tegen heldhaftigheid, tegen berekening en planmatigheid. Ze zijn de stille getuigen van de toevallige komst en het toevallige vertrek van die jongen die we beiden zo lief hebben gehad. Blijkt nu, sinds hij er niet meer is en naast een lege plek nog veel meer onzin achterlaat. Aan flaters, onsamenhangende betogen die nergens op aan stuurden, aan herinneringen aan de Dionysus die hij was. Vooral nu, meer dan ooit tevoren.
Ik laat mijn moeders oude handen los, het regent hard. Een jongen nog. Ik voel de haat voor mijn onmacht opkomen omdat ik de overtuiging koester dat de grens tussen de levenden en de doden niet te slechten is voor een sterfelijke. Dat dit verschrikkelijk is, daar schrijft mijn hart boeken over vol, sinds ze eenzaam zich opsluit en zonder te eten woorden zoekt die niet naar zichzelf verwijzen maar recht doen aan de intense pijn en het verdriet van onze jongen, die hier niet is.
Toch beginnen we met hem te spreken, zonder de illusie van daadwerkelijk contact. "Robbie, waar ben je nou jongen?" Hoor ik mij vragen met een stem die van hem is. "Kom je echt nooit meer terug?" vraagt mijn moeder die het AIDS-beest bezig heeft gezien. Haar stem trilt als een puberaal meisje. "Nee" zegt mijn moeder met een zware stem. "Ik heb het echt heel goed hier." Door mijn donkerblauwe tranen komt een lichtblauwe opgewektheid. De gedachtenhorizon. Een jongen nog.
Ik zwaai de deur open. "Mijn trein gaat om 12 over, ma." Ik zwaai gedag en loop in een zwarte jas het druilerige perron op. Perfect om wat over te schrijven, dacht ik nog. Uit de trein stappen mensen die worden verwisseld met anderen. Maar ze veranderen niets. Sommigen gaan eruit, anderen nemen hun plaats in. Er stapt iemand uit de 90's uit, een jongen nog. Ik stap in. Fluitje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten