vrijdag 5 oktober 2012
Interview met Broer
Het was eigenlijk echt een stom moment. Maar achteraf ook wel mooi, ergens. Kijk, het is niet dat ik er geen zin meer in had of zo. Maar dat het nu klaar is, komt me nog niet eens zo slecht uit. Dat is natuurlijk puur vanuit mezelf geredeneerd hé. Ik vond en vind het heel moeilijk om al die mensen te zien die tranen laten om het feit dat ik niet tussen ze rondloop. Maar toch: er is me zoveel bespaard gebleven. De sleur van het eindeloze leven, dat je vooruit stuwt, maar nergens naartoe. Ik ben nu gewoon wat eerder aangekomen, waar ik toch al naartoe op weg was. Ik heb eigenlijk alleen het 'zorgeloze' gedeelte van het leven meegemaakt. Het gedeelte waarvan iedereen achteraf meestal zegt dat het 'het mooiste gedeelte' is.
Over dat moment dus, hé. 'Stom' noemde ik het al even. Kijk, we gingen nog even wat drinken in Tref. Daarna zouden we naar Eindhoven. Ik had er echt enorm zin in. (Nu ik dit vertel valt het me zelf op dat mijn hele spraak en taal is veranderd. Ik ga niet teveel loslaten over deze plaats... Dat is nog een verassing! Het is gewoon... Anders. Ik ga het ook niet vergelijken. Het is namelijk niet te vergelijken. Ik ben dezelfde niet meer. Maar gelukkig is wat ik was bij jullie in goede handen.). Dus. Op een gegeven moment stappen we mijn Rode Waggie in. Veel te klein en onveilig natuurlijk, achteraf. (Dat spijt me trouwens vooral voor Jarco. Kijk, ik zit nu een beetje te chillen met Corné. Wij hebben er geen last van. Voor de achterblijvers is het vooral erg. Mooi om te zien hoe Pim net zo hard als altijd het leven indrinkt.) We rijden op ons dooie gemak richting Veenendaal-De Klomp. Maar toen was Jarco dus zijn mobiel vergeten in Tref. Wij keren om. Natuurlijk rij je dan wat harder. Ik weet ook niet of het echt veel te hard was en of het daarvan kwam. Ik snap trouwens ook niet hoe het kwam dat ik zoveel toeren maakte. (Weetje, die hele levensstijl van mij, 'roekeloos' noemt pa het, die had ik natuurlijk allang af moeten zweren. Misschien heeft dat het hele drama ingeleid. Mijn karakter. Maar jongen, dat zit er gewoon heel diep in. Plus het wordt in stand gehouden door mijn omgeving.) Ik heb echt geen flauw idee hoe ik aan de verkeerde kant van de weg ben beland. Ik was niet aan het bellen. Ik had niet gedronken. En ik ken die weg als de binnenkant van mijn rechterhand.
Maar ja, hoe het ging, ging het. Daar, op die weg. Tussen De Klomp en Ederveen kwamen wij samen aan ons einde. (Corné en ik hadden het er nog even over waar hij eigenlijk is gestorven. En of dat op zaterdag of zondag was. Maar uiteindelijk is het nogal artificieel. Wel mooi dat hij één dag na mij hier uiteindelijk aankwam en één dag voor mij aan de aarde teruggegeven werd.) Dat verzin je natuurlijk van ter vore ook niet. Ik heb die trekker helemaal nooit meer gezien. Misschien in een flits ofzo. Ik keek toen recht in een koplamp ofzo, ik weet niet wat het was. (De klap was waarschijnlijk ook veel te hard voor mijn gehoor, want ik heb echt niets gehoord. Gewoon serene stilte. Een staat van geluidloosheid.) Voor alle hectiek begon dacht ik nog dat we met z'n vieren zouden opklimmen. Maar Pim bleef al snel achter. Die gozer is heel donders sterk. En Jarco ging ook nog een heel stuk mee, maar is uiteindelijk ook afgehaakt. Ik weet nog steeds niet of hij dat zelf wilde of dat het gewoon zo ging. (Maar over mij geen twijfel hoor. Ik heb niet eens de keuze gehad om nog voor het leven te vechten. Toen ik hier aankwam kreeg ik ook het predicaat 'drie-keer-dubbel-op'. Dat krijg je blijkbaar als je in een klap zo reddeloos verloren voor het leven bent. En dat klopt. Mijn hoofd, mijn buik en mijn benen waren er goed aan. Wat dus helemaal niet zo erg was, want ik heb daar niets van gemerkt. Plus ik kreeg een extra brede kist van mijn lieve broer!)
Nu moet je me even goed begrijpen. Ik ben dus op hele jonge leeftijd buiten de tijd getrokken. Dat is natuurlijk heel erg voor iedereen die me nog heel lang mee had willen maken als zoon, broer of vriend. Maar ik heb nu wel echt impact gehad op mensenlevens. Ik heb precies de begrafenis gekregen die ik wilde. Het past ook helemaal niet bij mij om naast andere oudjes weg te teren in een klinisch schoongemaakt en stinkend tehuis. (Ik wil nu echt niet opscheppen, maar ik zie gewoon voordelen in de manier hoe het gegaan is.) Dit, hoe dit allemaal gegaan is, bedoel ik. Dat past gewoon wel bij mij. Wat dat betreft is het voor mij in elk geval helemaal goed.
Corné roept me, we gaan wolkenskiën. Later!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten