woensdag 23 mei 2012

De grote verhalen van Aap


Het was typisch zo'n dag dat er niets aan de hand was. Het Jachtluipaard had goed gegeten en voelde zich kiplekker. De Aap voelde zich die dag "zo taai als een stuk stront", zoals hij dat zelfs poëtisch omschreef. Ze lagen te badderen in een uitloper van de grote rivier. "Later wil ik kleine welpen leren om te jagen", zei het Luipaard. "O" zei Aap, terwijl Luipaard doorhad dat zijn kop er niet naar stond. "Das mooi." zei hij nog, terwijl hij zijn vacht systematisch afzocht naar lekkernijen. Na een was rare stilte zei Aap ineens "ik word heel niet oud." Luipaard wist wel dat Aap geen reden had om dat te zeggen. Dus er was ook geen manier om het uit zijn kop te praten. Het was stil in het grote bos, behalve een verwarde Duif, die het nodig vond om een lokroep te plaatsen. Zowel Aap als Luipaard voelde er niets voor.

"Doordeweeks", zei Aap, "dan werk ik me kapot." Het Luipaard had geen idee wat 'doordeweeks', of 'werken' betekende... Maar hij wist wel dat primaten er bijzondere hobby's op nu konden houden. "En in het weekend dan zuip ik me kapot" ging Aap verder. Luipaard dacht heel diep na. Maar zelfs in het diepste van zijn eigenste binnenste ik kon hij er niet achter komen wat een 'weekend' was, of wat 'zuipen' moest voorstellen. Voor Luipaard kon antwoorden, ging Aap alweer door. "Dat is toch geen zak aan?" Luipaard zei snel "nee!" Want hij dacht dat Aap er wel verstand van zou hebben.

"En dan later krijg je een vrouwtje en een paar van die kinderen..." Het Luipaard werd helemaal enthousiast. Hij wist weer waar het over ging. Hij moest denken aan zijn lieve vrouwtje en zijn eigen kleine welpen. "Daar is toch geen zak aan?" Aap vroeg het, maar wist ook het antwoord al. Dat was een sterke tegenvaller, want Luipaard dacht eindelijk mee te kunnen praten. Maar zo kon Luipaard wel meedenken over een oplossing, alhoewel hij wel wist dat hem dat niet gevraagd was. Maar Aap ging door met het gesprek tegen zichzelf. "Je moet gewoon meer schijt hebben." Nu was Luipaard het spoor definitief bijster. Hij keek hem aan in zijn mooie ogen en gaf een flauw lachje. Luipaard had geen idee wat die zin precies moest betekenen. Er zette een koude stroom op in de rivier. Luipaard snapte het ineens allemaal. Maar echt begrijpen, dat deed hij nog niet. Een Reiger tuurde in het zacht stromende water.

---Einde---


Qua stijl slaat dit verhaaltje natuurlijk elke plank mis. Als je een kinderverhaaltje verteld, doe het dan zonder citaten van Rob. Maar ik herinner me dit gesprek in het zwembad van Tesqua nog heel goed. Zo op het einde van zijn depressie. Ik wilde er iets mee... Ik begrijp Rob zijn levensfilosofie misschien nog niet zo goed. Maar voor hem werkte het blijkbaar zo. Ik laat bij deze open voor u, wat hij er precies mee bedoelde...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten