vrijdag 18 mei 2012

Naar uw gelijkenis



Broertje,

Als ik naar je kijk, dan zie ik mij. En dat maakt me enorm trots. En jou ook, dat weet ik wel. Want toen ze op het Museumplein jou aanzagen voor mij, speelde je het gewoon mee. Als ik in je ogen kijk, dan zie ik die van mij. Als ik s'morgens mijn haar doe, dan doe ik dat van jou. Ik heb precies die ader over mijn rechter bovenarm lopen. Een mooi bovengebit, een scheef ondergebid: bedankt nog, pa. Van die grote oorlellen, ik ken en herken ze. Dezelfde blonde wenkbrauwen, dezelfde wallen onder de ogen. Ik heb echt precies jouw lijnen over mijn voorhoofd lopen.

Ik ga nu stoppen met deze brief voor het pathologisch wordt. Maar, Robje, om één of andere reden put ik daar troost uit. Want qua karakter leken we totaal niet op elkaar. Misschien qua levenshouding. Qua humor... Maar jij kon alles, wist alles, wilde alles wat ik juist niet kon, wist of wilde -en andersom.

Plus broer, zelfs nu je er niet meer bent noemen ze me nog allemaal Rob. Zelfs nu het verschil niet groter kan, halen ze ons door elkaar. Sterker nog: ik werd door een totale onbekende eergister, tijdens improvisatietheater 'Rob' genoemd. Dat doet me gewoon goed, weet je dat? Maar goed, ik zou dus stoppen. Anders word ik nog verdacht van iets wat ik niet ben.

Zie je snel,


Broer








2 opmerkingen:

  1. Hee buurjongen,
    Hoe vaak m'n moeder jullie door elkaar haalde.. haha.
    Je komt nog regelmatig ter sprake. Er is ook zoveel wat typisch Rob is en kan en verder niemand kan en is. We kunnen regelmatig lachen om de typische Rob feitjes. Je wordt niet vergeten!! Gr. Jessica

    BeantwoordenVerwijderen