Regen, tranen, regen, regen! Het Amsterdam-Rijnkanaal stroomt over. Mijn kamer stroomt vol. Ik hoor het alarm zoemen en klim op het dak. Ik voel me goed, want de regen is warm. Echt waar, ik lieg niet.
Of ik het erg vind? Er zijn ergere dingen. Ik heb geen mening over Rotterdam, of over Feyenoord. Van mij mag je vloeken hoor, of stelen. Ik heb geen mening over strakke blauwe broeken, of over hoe goed mijn opleiding bekend staat. Als je het mij vraagt, ik heb echt geen idee. Als je vraagt hoe ik de school zou runnen, ik zou het niet weten. Ik heb geen mening over integratie, segregatie of separatie. Ik heb geen mening over de Kunduz-coalitie of over Kanaleneiland, moet dat dan? Als je echt wilt weten wat ik er nou eigenlijk daadwerkelijk van vind, dan moet je even niet bij mij zijn. Hollande? Ik zou niet zo gauw in mijn auto stappen om toeterend de straten door te rijden. Ik stem blanco.
Van mij mag het allemaal gebeuren. Laat maar waaien. Spring gerust van de brug af met je kite. Al rook je opnieuw een gat in de ozonlaag, mijn zegen heb je. Het zal me aan me reet roesten hoelang de Mississippi is, of hoe snel Usain Bolt. Echt, het kan me niet verrotten. Ik heb geen mening en het kan me ook niet schelen. Ik heb geen mening. Ik weet het niet. Ik weet het niet. Ik weet het niet. Moet ik per se een mening hebben? Moet het me per se iets uitmaken? Is het echt zo belangrijk?
Wat is eigenlijk belangrijk?
Ik wil alleen maar mijn broertje terug.
Het regent. En ik zit op het dak. De warme regen streelt me langs mijn wangen en druppelt in mijn nek. Ik moet waarschijnlijk nog 40 jaar zonder Rob. 40 jaar huilen, 40 jaar lachen, terwijl de dood me in mijn nek hijgt. Ze zit me op de hielen. De sirenes schreeuwen moord en brand, een helikopter komt gehaast over.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten